FORGOT YOUR DETAILS?

Voor en na de dekking

Er zijn een aantal dingen waar je op moet letten: 

  • Op het moment van de dekking moet van beide ouderdieren een geldige ooguitslag aanwezig zijn. Een ooguitslag is 1 jaar geldig. 
  • Indien nodig voor buitenlandse reu DNA laten afnemen door een dierenarts.  Afhandeling regelen volgens de instructies op de DNA kit.   

Zodra de dekking heeft plaatsgevonden vul je z.s.m. het dekbericht in op het Fokkerijformulier, sla het op en stuur het per e-mail naar het secretariaat van de BC. 

Je doet ook digitaal aangifte van de dekking via jouw account bij de Raad van Beheer, https://www.houdenvanhonden.nl. Je gaat  naar ‘mijn account’. Daar kiest je  ‘Dekaangifte’. Je vult het stamboomnummer van de hond in en controleert of dit klopt met de naam van de hond. Alle gezondheidsuitslagen zijn zichtbaar, ook of er DNA bekend is. Vul daarna het stamboomnummer van de reu in, ook hier verschijnen alle gegevens die bekend zijn bij de Raad van Beheer. De DNA gegevens en stambomen van de ouderdieren moeten worden ge-upload. Indien het DNA profiel nog niet aanwezig is stuurt u dit later in. Je ontvangt een e-mail van de Raad van Beheer ter bevestiging. 

Het verzorgen van pups 

De eerste dagen in het nest

Moedermelk
De eerste moedermelk (colostrum) is essentieel voor elke pup. Het bevat de nodige antistoffen van de moeder die voor weerstand zorgen (passieve immuniteit). Deze maternale antistoffen beschermen de pup tot ongeveer de 5e tot de 6e week, maar het kan ook langer zijn. Er is tegenwoordig meer informatie beschikbaar over antistoffen in relatie tot vaccineren (zie ook punt 4: ‘Titeren en vaccineren’). 

Gewichtstoename
Het is van vitaal belang dat elke pup de eerste twaalf uur na de geboorte regelmatig aan een tepel wordt gelegd. Als de pups achterblijven in groei en/of te veel piepen moet in de regel worden bijgevoerd. De dagelijkse gewichtstoename moet 7 tot 10% van het geboortegewicht zijn. Dit betekent dat het geboortegewicht op de tiende dag verdubbeld moet zijn.  

De temperatuur in het nest
Een pup heeft de eerste dag een lichaamstemperatuur van 35°C, iedere dag wordt hij iets hoger tot totdat de lichaamstemperatuur 37.5°C is op dag zeven. De eerste dagen is een pup snel onderkoeld (hypotherm). Deze hypothermie is een symptoom dat frequent optreedt bij onder meer onvoldoende moedermelk, te koude ruimte en tocht. Dus oppassen voor tocht

Thermoregulatie is van levensbelang voor pups omdat pups de omgevingstemperatuur aannemen. De ‘huiverreflex’ ontstaat pas vanaf de zesde dag en dus zoeken ze een warmtebron in de omgeving: moeder en nestgenoten. De pups kruipen dus dicht bij elkaar. 

De temperatuur mag niet te hoog zijn en zeker niet te laag!
Bij een temperatuur, hoger dan 32°C in de werpkist, heeft een pup al snel moeilijkheden.
Bij te lage temperatuur in de werpkist kunnen zich o.a. voor de pups dodelijke virussen ontwikkelen. Vooral het Herpes Canis virus is berucht. Wanneer dit virus de kans krijgt zich te ontwikkelen kan een heel nest overlijden.   

Tijdens de geboorte en gedurende de eerste levensdagen moet de temperatuur in de ruimte waarin de werpkist staat 25°/28°C zijn. Dichtbij de pups is de gewenste temperatuur 30°/32°C. Deze temperatuur kan geleidelijk worden verlaagd tot 25°C op tien dagen en 18°-20°C op 25-30 dagen. De luchtvochtigheid moet tussen de 55% en 65% liggen.  

Op deze manier blijft de lichaamstemperatuur – van ongeveer 39°C – gehandhaafd bij de pup; dat is noodzakelijk om het zooginstinct te laten functioneren.

De jonge pups kun je het beste warm houden met een warmtelamp en/of warmtemat. Een warmtelamp die ook licht uitstraalt kan de pups sneller uitdrogen en is dus minder geschikt. Een zogenaamde donkerstraler is beter.
Een warmteplaat of warmtemat ligt in midden van de kist. Zowel de pups die het te warm krijgen als de moederhond kunnen dan altijd naast de warmtebron gaan liggen tegen de zijkanten van de kist.

Het Fading Puppy Syndrome (FPS)
FPS is een verzamelnaam voor veel uiteenlopende oorzaken van pups die niet gedijen, ziek zijn en/of sterven. FPS wordt  veroorzaakt door omgevingsfactoren, genetische afwijkingen of infecties. Als pups te koud zijn gaan lichaamsfuncties op een laag pitje: onvoldoende vertering van de voeding, minder gretig of niet meer drinken / zuigen, hartfrequentie en longfunctie nemen af, de circulatie collabeert (shock) en de dood volgt snel. Te koude pups zijn slap en bewegingsloos, te warme krijsen. Er is ook een risico dat de moederhond op een pup gaat liggen. 

Puppies nemen door hun dunne huid makkelijker chemische stoffen op dan een volwassen hond. Let daarop bij de keuze van bijv. schoonmaakmiddelen en materialen voor (in) de werpkist. Vergiftigingen kunnen natuurlijk ook plaatsvinden via maag-darmkanaal en luchtwegen. Pups hebben een nog niet goed ontwikkeld immuunsysteem. Pups zijn dus zeer vatbaar voor infecties. Bacteriën kunnen de pup bereiken via de placenta (dus nog vóór de geboorte), via de navel, via het maag-darmkanaal en via de luchtwegen. Symptomen kunnen zijn: braken, diarree, constant krijsen, koorts, niet willen drinken en afsterven van oor- / staartpuntjes en/of teentjes. Bekend / berucht is een infectie met de E.coli bacterie. 

Spullen voor de kraamkamer
Denk eraan dat de moederhond de pups niet plat kan drukken tegen de zijkanten van de kist. Zorg voor zgn. anti-doodligranden. Alle artikelen voor het inrichten van de kraamkamer zijn onder andere te bestellen via Fokkersplaza en Witjes Verzendhuis, maar er zijn ook andere websites die artikelen voor pups verkopen.

Allerlei artikelen die nodig kunnen zijn voor de verzorging van een nest zijn te bestellen via  www.fokkersplaza.com

Moederloze pups  

De allergrootste nachtmerrie voor een fokker: de moederhond overlijdt na de geboorte van het nest. Voor de pups is een pleegmoeder dan verreweg de beste oplossing. Er is een meldpunt op Facebook voor moederloze pups: ‘Centraalpunt moederloze pups’ of via de besloten Facebookgroep ‘Fokkers voor fokkers’. Als dit niet lukt zul je  de pups met de fles of via sondevoeding groot moeten brengen. Je hebt dan wel een melkvervangend preparaat voor de pups nodig. Zorg ervoor dat je al vóór de geboorte van het nest een blik puppymelk in huis heeft. Esbilac (alleen verkrijgbaar bij de dierenarts en niet goedkoop), Royal Canin en Farmfood zijn veilige merken voor moederloze pups van enkele dagen oud. Het geeft vanwege de hoge verteerbaarheid geen diarree problemen. Ook is verse geitenmelk een optie. Vraag gerust een dierenarts om advies. 

Moederloze pups jonger dan één week moeten minimaal zes keer per etmaal, dus elke vier uur, dag en nacht gevoerd worden. Als ze twee weken oud zijn kunt u om de zes uur gaan voeren. Hiervoor kun je  een speciaal puppyzuigflesje gebruiken. Bij verschillende merken puppymelk worden zuigflesjes met verschillende spenen meegeleverd. Ook een gewone babyzuigfles met een drie-standenspeen werkt prima. Beginnen op de kleinste opening is aan te raden. De pup kan zich dan niet zo snel verslikken. Sondevoeding is eveneens mogelijk. Het vergt wel wat handigheid om de sonde in te brengen. Maar het gaat veel sneller en al doende leert men. Ook voor pups die zelf niet krachtig genoeg drinken is sondevoeding een uitkomst.  

Als fokker neem je dus de verzorgende taak van de moederhond over. De pups moeten om hun ontlasting en urine kwijt te raken ‘gepoetst’ worden. Dit doe je met een watje, gedrenkt in babyolie, waarmee je de buik van de pup stevig masseert vanaf de navel naar beneden. Dit moet in ieder geval na elke voeding. De pups mogen niet verstopt raken. Bedenk dat jonge pups heel kwetsbaar zijn. Neem geen enkel risico en vraag bij twijfel altijd advies aan de dierenarts of een ervaren fokker. Als de pups drie weken oud zijn kunt je  ze gaan wennen aan zelfstandig eten. Zie punt 3: ‘Het spenen van pups’.  

Het bijvoeren van grotere nesten
Minder erg, maar ook heel zorgelijk, is dat de teef bij een groot nest de pups niet voldoende melk kan geven. U zult de pups dan moeten bijvoeren. Op de verpakking van de puppymelk staat hoeveel een pup per keer moet drinken. Dit is natuurlijk afhankelijk van de hoeveelheid melk die de pup nog van de moeder krijgt. Zorg ervoor dat vooral de kleinsten voldoende moedermelk krijgen als ze zelf goed drinken en voer de dikkere pups bij met puppymelk. Ook in dit geval kun je kiezen voor een flesjes of voor sondevoeding. 

Het spenen van pups

De eerste drie weken na de geboorte worden de pups uitsluitend gevoed met moedermelk. Deze melk is zeer voedzaam en energierijk. Het dagelijks wegen van pups geeft een goed beeld of ze voldoende groeien. Leg kleine pups en pups die minder goed aankomen, vaak aan bij de moeder. De tepels die het dichtst bij de achterpoten zitten, geven de meeste melk. Laat eerst een grote sterke pup even zuigen tot de melk gaat ‘schieten’ en leg dan de kleinere pup aan die tepel. 

Spenen
Na drie weken wordt een begin gemaakt met vaster voedsel (dit wordt ‘spenen’ genoemd). Het advies is om de pups tartaar te geven (mager rundvlees, extra gemalen). Dit vlees heeft een goede invloed op de darmflora. Eén tartaartje per drie pups is voldoende. De pups zuigen de tartaar makkelijk op. Daarna worden ze gretiger. De eerste dagen van het spenen kunt u ook pap geven. Dit maakt u van puppymelk gemengd met Nutrix rijstebloem. De pap kun je  op een schoteltje aan de pup geven. De ene pup begrijpt direct dat ie zelf moet eten, bij de andere pup is wat meer geduld vereist. Tegenwoordig hebben verschillende merken een startersmousse als pap. 

Na een paar dagen kun je langzaam overgaan op nog vaster voedsel. Dit vaste voedsel zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit diepvries vleesvoer, speciaal voor pups of geweekte puppybrokjes, eerst vermengd met wat puppymelk.  

Voor de opfok van uw pups is het geven van een goede kwaliteit puppybrok met daarin de juiste verhouding calcium/ fosfor en eiwitten essentieel. Overleg met jouw dierenarts wat een verantwoord merk is. De meeste grote hondenvoermerken hebben een eigen lijn voor pups. Ga niet experimenteren met goedkope supermarktmerken of eigen mengsels. Voeg beslist geen supplementen  toe die de calcium/ fosfor verhoudingen in het voer uit balans brengen. Pups zijn op deze leeftijd heel kwetsbaar en gevoelig voor voedselverandering. 

De overgang van moedermelk naar vast voer vraagt om zorgvuldigheid! Voorkom dat de pups diarree krijgen. De pups hebben nu ook al behoefte aan water. Het is verstandig om een lage, ondiepe bak neer te zetten en het water vaak te verversen.  

De vaste voeding voer je op tot bij voorkeur vier à vijf keer per dag. Daarnaast drinken ze nog bij hun moeder. Voor de hoeveelheden kun je het beste in eerste instantie de adviezen van de fabrikant van het voer aanhouden. Op internet kun je bij de merkvoeders zoeken naar een goed voedingsadvies. Hierin wordt in tabellen aangegeven hoeveel een pup van welk gewicht en leeftijd moet krijgen. Maar ‘voeren op het oog’ is een prima maatstaf. Als de pups zeven weken oud zijn, eten ze alleen nog maar vast – niet geweekt – voedsel, zodat ze klaar zijn om bij de moeder weg te gaan.    

Vaccineren en titeren
Men neemt over het algemeen aan dat pups van zes weken oud niet voldoende maternale antistoffen meer hebben (antistoffen van hun moeder). Om die reden krijgen pups op die leeftijd de puppy-enting.  Iedere vaccinatie geeft het immuunsysteem een zet waardoor het lichaam antistoffen gaat aanmaken. Het standaard vaccinatieschema ziet er dan als volgt uit. Er zijn drie vaccins die in de DHP-cocktail (Distemper, Hepatitis en Parvo) zitten

Zes weken      → Distemper (=Hondenziekte) en Parvo (DP)
Negen weken  → Distemper, Hepatitis en Parvo (DHP) en Lepto 4 (Ziekte van Weil)
Twaalf  weken → Distemper, Hepatitis en Parvo (DHP) en Lepto 4 (Ziekte van Weil)
Rabiës is alleen nodig (verplicht) als de hond naar het buitenland gaat. Pups mogen niet eerder dan vanaf de leeftijd van 12 weken geënt worden tegen rabiës. Als dit gebeurt mogen ze exact drie weken later legaal de grens over, op de leeftijd van 15 weken. 

Er kan in Nederland ook gevaccineerd worden op maat. In dat geval wordt er gewerkt met een zogenaamde titerbepaling. Titeren betekent simpelweg het meten van antistoffen voor specifieke ziektes in het bloed. Zijn die antistoffen (nog) aanwezig, dan is er geen reden om tot enting over te gaan en is het raadzaam te wachten tot de waardes zijn gedaald. De kans dat een vaccinatie niet aanslaat bij de aanwezigheid van nog voldoende antistoffen, is heel groot. Zodra de (maternale) antistoffen alsnog verminderen of helemaal verdwijnen, dan is de hond onvoldoende beschermd omdat de vaccinatie niets heeft gedaan. Met titerbepalingen kun je dus het meest ideale moment kiezen om te vaccineren. Er zijn fokkers die vanuit het nest de pups van zes weken oud, laten titeren. Met negen, twaalf en zestien weken wordt er weer getiterd. Het hangt van het nest en de pups af wanneer de antistoffen laag genoeg zijn om tot vaccinatie over te gaan. Dat kan meteen al bij zes weken zijn, maar net zo goed pas bij twaalf weken. Als de pup met zestien weken voldoende antistoffen heeft (al dan niet door vaccineren) kan de bescherming voor een jaar worden afgetekend. Na dat jaar wordt er weer getiterd en indien nodig gevaccineerd. Als dan de bescherming weer (of nog steeds) voldoende is, wordt er voor drie jaar afgetekend. Er hoeft dan pas over drie jaar weer getiterd te worden. Alleen de bescherming tegen DHP en Rabiës kan door titerbepalingen worden gemeten. 

Ontwormen en anti-vlooien- en tekenmiddelen

Een hond preventief ontwormen is niet mogelijk: een worminfectie die er niet is, kan niet bestreden worden. Een extra ontwormkuur die voor de dekking bescherming biedt, kan dan ook niet, tenzij de hond wormen heeft uiteraard. Dit is eenvoudig te onderzoeken: https://wormbestrijding.nl

Een teefje dat vrij is van worminfecties zal desondanks spoelwormen overdragen aan haar pups. Spoelwormlarven kapselen zich namelijk in, in het lichaam van de teef en zijn ongevoelig voor ontwormmiddelen. Ze verplaatsen zich naar de melkklieren op het moment dat een teef drachtig is om via de moedermelk de pups te bereiken.

Om het risico van wormen bij pups te vermijden worden pups en moeder daarom volgens het standaardschema op de leeftijd van twee, vier en zes weken ontwormd. Ontwormen moet altijd ongeveer een week voor het vaccineren gebeuren, omdat een vaccinatie zijn werk beter kan doen als de pup vrij is van wormen.

Het huidige standaardschema adviseert een jonge hond maandelijks te ontwormen. Gezien de nadelen daarvan voor de darmflora lijkt het niet onverstandig een klachtenvrije jonge hond na de nestperiode nog slechts op de leeftijd van drie en zes maanden 'blind' te ontwormen.

Na deze tijd is het raadzaam te ontwormen op basis van ontlastingsonderzoek. Deze onderzoeken kunnen worden gedaan bij Veterinair Parasitologisch Laboratorium ‘Het Woud’. Dit is een diergeneeskundig laboratorium. Je kunt op hun website een speciale wormcheckkit bestellen. Hierin zitten alle benodigdheden en instructies voor het verzamelen van de ontlasting van uw hond. Het op deze manier monitoren van worminfectie zorgt voor minder belasting met chemische middelen.

Anti-vlooien- en tekenmiddelen
Het nodeloos gelijktijdig toedienen van bestrijdingsmiddelen is af te raden. Hanteer dus zo mogelijk een ruime tijd tussen het verstrekken van ontwormmiddel en aanbrengen van een eventueel antivlo/-teekmiddel. Lang niet alle voor volwassen dieren geregistreerde middelen zijn ook voor pups veilig, raadpleeg hiervoor de bijsluiter zorgvuldig!

Het socialiseren van pups

Er komt heel veel kijken bij de voorbereiding van pups. Het is dan ook een  belangrijke en verantwoordelijke taak van de fokker om de pups  goed te socialiseren. 

De socialisering in het nest is voor een groot deel bepalend voor het gedrag van de volwassen hond. Er moet door de fokker naast de lichamelijke verzorging ook veel tijd en aandacht besteed worden aan de geestelijke groei van de pups. Het is dus absoluut onvoldoende om alleen aandacht te besteden aan het voeden en schoon houden van het nest. Dit kost veel tijd en energie, maar het resultaat is zeker de moeite waard. De pups worden gezonde en levenslustige vrije Flatcoats die de wereld aankunnen.  

Ruiken
Het socialiseren begint al direct na de geboorte van de pups. De eerste weken is alleen het reukvermogen van de pups ontwikkeld. Ze horen of zien nog niets, maar ruiken des te beter. Iedere dag moeten de pups door mensenhanden verzorgd worden. De pup raakt, door dagelijks in mensenhanden te zijn, vertrouwd met mensengeur. Deze geur-inprenting zorgt er voor dat de mens wordt gezien als soortgenoot. 

Ook al lijkt het dat de pups nog weinig anders doen dan drinken en slapen, door de reuk nemen de pups hun omgeving al waar. De geurwereld leert de pup al snel waar hij thuishoort; dit zal hij nooit meer vergeten. De zintuigen van de pups zijn zich nu verder aan het aan het ontwikkelen.  

Zien en horen
Na ruim tien dagen gaan de ogen en oren open. Langzamerhand komt er in de geurenwereld ook besef van geluiden en vormen. Het is nu van groot belang dat de pups met veel andere mensen, kinderen, honden, andere dieren en geluiden in contact komen. Dit is absoluut noodzakelijk vanaf de leeftijd van drie weken. De pups uit voorzichtigheid zonder deze prikkels op laten groeien is schadelijk voor de verdere ontwikkeling.  

Goede ervaringen zijn belangrijk!
Laat de pups niet alleen met kinderen en zorg ervoor dat kinderen de pups nooit optillen of er mee gaan rondlopen. Een pup kan niet er niet tegen als ie valt. Spelen en aaien mag, maar dan wel op de grond. Verkeerde ervaringen met kinderen, volwassenen, andere honden of situaties veroorzaken een levenslang trauma. Geen contact met volwassenen, kinderen of wat dan ook  is verkeerd maar een foute ervaring is ook heel schadelijk voor de ontwikkeling van de pups. Ga dus verstandig om met alle visite en neem nooit risico. Leg aan de visite uit wat wel en niet mag. Ook mensen met veel hondenervaring doen soms onverwachte vreemde dingen met pups.  

De wereld wordt groter
Vanaf de leeftijd van drie weken is de werpkist, hoe ruim deze ook is, te klein voor de pups. De pups moeten de kist zelfstandig uit kunnen en de wereld gaan ontdekken. De wereld buiten de kist moet veilig onderzocht kunnen worden. Hoe meer de pup nu meemaakt hoe minder problemen er zullen ontstaan wanneer de hond volwassen is. Een pup die veel heeft meegemaakt voor de leeftijd van vijf weken zal de mensenwereld als normaal beschouwen en weinig aanpassingsproblemen meer hebben. Alles wat hij hierna meemaakt wordt meestal als normaal gezien en moeiteloos geaccepteerd.  

‘Vreemde’ honden
Ook ‘vreemde’ honden, het liefst van een ander ras, bij de pups laten is belangrijk voor de ontwikkeling. Er mogen vanzelfsprekend alleen maar volwassen, goed beschermde honden op visite komen die zich vriendelijk en sociaal gedragen naar pups. Bij twijfel niet doen!
Een negatieve ervaring met een andere hond moet altijd worden voorkomen. Veel volwassen honden zitten helemaal niet op pups te wachten. Houd daar rekening mee als u een hond op visite bij het nest laat komen. Meestal vindt de moeder het niet fijn; het is dus beter om haar apart te houden.

Speelgoed
Geef de pups veel nieuwe dingen om veilig mee te spelen. Een kartonnen doos, oude sokken en dingen die geluid maken. Er moet van alles zijn voor de pups om te kunnen ontdekken en te onderzoeken. 

Geluiden
Zorg ervoor dat de pups van alles meemaken aan geluid: de stofzuiger, radio, televisie...alle geluiden die normaal zijn in een huishouden moeten de pups nu veel horen. Voor de pups zijn de dagelijkse geluiden in het begin allemaal vreemd. Laat de pups hier rustig aan wennen. Een prima methode is om de pups wanneer ze staan te eten, het liefst de eerste keer op een afstandje, het nieuwe geluid kort te laten horen. Het gaat hier altijd om socialiseren, niet om confronteren!  

Bouw alle nieuwe zaken met beleid op. Het is niet de bedoeling dat de pups enorm schrikken en in paniek raken. Socialiseren is belangrijk maar nog belangrijker is het dat de  pups geen trauma oplopen in hun vroege jeugd.  

Er bestaan ook cd’s met allerlei geluiden. Onweer, vuurwerk vrachtauto’s, koeien... al deze geluiden komen voorbij. Voor de pups een prima manier om aan de nieuwe wereld van geluiden te wennen. 

Pups observeren
Observeer de pups en maak aantekeningen. Welke pup is steeds het eerste, welke pup bekijkt de boel liever even? Welke pup is gevoelig voor geluid en ga zo maar door. Door per pup aantekeningen bij te houden kan de fokker een beeld van de pup krijgen. Samen met de uitslag van de puppytest is dit waardevolle informatie bij het plaatsen van de pups. Het is een feest om dit allemaal te kunnen en mogen meemaken. Er is niets leukers dan een nest pups intensief te volgen.  

Voor het eerst naar buiten
Vanaf de leeftijd van vier weken is het belangrijk dat de pups ook dagelijks naar buiten gaan. U kunt de zindelijkheidstraining hieraan koppelen: na het slapen, na eten en na het spelen, even naar buiten in een veilige omgeving. Het mooist is het wanneer de pups dit zelfstandig kunnen doen. Ze leren dit al snel. De pups mogen geen gevaar lopen. Denk aan vijvers, hekken waar ze klem kunnen komen te zitten, giftige planten etc. Natuurlijk is het naar buiten gaan afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden. Ook buiten moeten de pups zich lekker veilig en warm kunnen terugtrekken in een ‘hol’. Een koud en nat onderkomen is natuurlijk uit den boze. Een extra ‘hokje’ buiten met een lekkere warme droge deken en eventueel een kruik vinden de pups heerlijk. Sommige pups geven er in de zomer dan ook al snel de voorkeur aan om buiten in hun onderkomen te slapen. Ze genieten van de frisse lucht en alle buitengeluiden.  

De pups zonder enige bescherming in de kou of vocht buiten laten is natuurlijk ondenkbaar en slecht. Pups die natgeregend en koud worden, zijn zeer vatbaar voor ziekten. Daarentegen de pups helemaal niet naar buiten laten gaan uit bezorgdheid voor kouvatten is ook niet goed. Ga hiermee dus verstandig om, vraag zonodig advies aan een vertrouwde fokker.  

Om de beurt een pup op de arm meenemen de straat op om te wennen aan de geluiden van het verkeer is prima. Doe dit ook een keer ’s avonds wanneer het al donker is. De wereld in het donker kan voor een pup heel bedreigend zijn. Wanneer de moederhond mee naar buiten gaat is het voor de pup al snel vertrouwd en kijkt hij nieuwsgierig rond. Dit wennen aan de omgeving kan echt heel goed op de arm. De pup hoeft nog niet zelf aan de lijn te lopen.  

Autoritjes
De pups een paar keer meenemen in de auto is fantastisch om de hummel voor te bereiden op zijn reis naar zijn nieuwe woonomgeving. Eerst even laten wennen aan de stilstaande auto, daarna rustig wegrijden. Nog mooier is het om de pups na een autoritje allemaal heerlijk vrij te laten ravotten in een nieuwe omgeving. Een overzichtelijk stuk bos, een stuk gras zonder vreemde honden of een grote veilige tuin bij kennissen, is geschikt. Het autorijden wordt dan al snel gekoppeld aan iets leuks. Is er een mogelijkheid om de pups kennis te laten maken met andere dieren, kippen, paarden, schapen, noem maar op, dan is dat helemaal fantastisch.  

Besmettingsgevaar
Laat de pups nooit vrij lopen in gebieden waar veel andere honden kunnen komen. Er is altijd besmettingsgevaar. Houd daar rekening mee. 

Wennen aan een halsbandje
Het is verstandig de pups al te laten wennen aan een halsbandje en een paar keer wandelen aan de riem. Ook hier is het voorbeeld van de moederhond een stimulans om de pup mee te laten lopen. De pup volgt de moeder vanzelf. Een geweldige belevenis voor de pup. Het gaat natuurlijk niet om een lange wandeling (dat mag ook nog niet!) maar om de ervaring van het lopen aan de lijn op straat. Een heel klein stukje is al meer dan voldoende.    

Een mooie ervaring
Het kost allemaal heel veel tijd en heel veel geduld maar één ding is zeker: alle pups en pupkopers zullen je dankbaar zijn voor alle tijd die zorgvuldig en bewust in de pup is geïnvesteerd. Deze ervaring kan de pup nooit meer worden afgenomen. De pup is al in het nest optimaal voorbereid op een gezond hondenleven. Dat is echt fantastisch!  

In de FOKKERSWIJZER van Kynotrain kun je nog meer informatie vinden over de verzorging van de moeder en de socialisatie van de pups in het nest. Te bestellen via www.kynotrain.nl   
Zij hebben ook een informatief blad: ‘HA, DIE PUP’. Dit is voor alle pupkopers ook te bestellen via Kynotrain. 

Veel succes en vooral plezier! 

TOP